Column Awater: Dichters houden van gratis optredens

Column Awater: Dichters houden van gratis optredens

Van juli 2019 tot januari 2020 mocht ik zes columns schrijven voor de website van het Nederlandse poëzietijdschrift Awater. Het project werd, met spijt in het hart van alle betrokkenen, wegens gebrek aan subsidies stopgezet. Op mijn website kan u alle columns lezen. Neem zeker ook een bezoek aan de website van Awater.

Dichters houden van gratis optredens

Al jaren heb ik een discussie met een dichter waar ik goed bevriend mee ben. Hij weigert geld te vragen voor z’n optredens, ik treed niet op onder een bepaald bedrag. Het gesprek verloopt iedere keer op dezelfde manier: hij zegt dat hij het als een hobby beschouwt en daar geen geld voor nodig heeft, ik zeg dat je geld moet vragen voor de tijd en moeite die je in het schrijven en in de performance stopt. Bovendien geef je anders het signaal dat podiumdichters niet betaald hoeven te worden. Vervolgens blijven we elk bij ons standpunt en gaan we in vrede verder met ons leven.

Onlangs hadden we dat gesprek opnieuw. De dag erna krijg ik een aanvraag voor een optreden in mijn inbox. Alles staat mooi uitgeschreven: de locatie, het doelpubliek en de promo die ze rond het evenement gaan maken. Ik vraag beleefd naar hun budget en krijg als antwoord ‘geen geld, maar wel drankbonnetjes en een warm publiek.’ Ik denk terug aan het gesprek. In mijn hoofd lijkt het even alsof ik gelijk kreeg en dat nu iedereen denkt dat dichters van gratis optreden houden.

Wij houden daar echter niet van. Veel dichters werken net als ik een hele poos aan hun gedichten. Daarna testen ze die uit op een publiek en als dat goed verloopt nemen ze die op in hun vaste set. Vervolgens krijgen ze bijvoorbeeld een aanvraag voor een optreden in Rotterdam. Vanuit Gent, waar ik toevallig woon, is dat met de auto zo’n vier uur heen- en weer, met het openbaar vervoer is dat nog langer. Ze spenderen daar al snel een uurtje of drie en zijn zo in totaal zeven uur bezig. Dat is bijna een volledige werkdag. Ze hebben geld nodig voor brandstof of een treinticket, geld om te parkeren of vanuit het station de bus te nemen en geld voor voedsel en drank. Als ze een heel jaar optreden voor ‘enkele drankbonnetjes en veel liefde’ kost dat behoorlijk wat geld voor een dienst die ze voor een – vaak commerciële – organisatie leveren. Zelfs als de plek waar het optreden doorgaat slechts vijf minuten fietsen is, is het nog steeds normaal om betaald te worden voor een geleverde dienst.

Dat een beginnende artiest zich nog niet goed genoeg acht om geld te vragen voor zijn performance, snap ik; ik deed dat in het begin ook niet. Pas nadat ik enkele prijzen op poetryslams pakte begon ik geld te vragen, want die prijzen zie ik als een soort van bewijs dat mijn optredens een bepaalde kwaliteit met zich meebrengen. Wanneer ik voor de zoveelste keer een aanvraag binnen krijg om gratis op te treden, zit ik met een verveeld gevoel. Ik krijg dan het idee dat ik me moet verantwoorden over de reden waarom ik geld vraag voor m’n performances.

Toen ik dit verhaal aan de vriend vertelde met wie ik aan m’n nieuwe website werk, plooide het gevoel van herkenning zijn mondhoeken naar boven. Als ontwerper van websites had hij al vaak hetzelfde meegemaakt, net zoals zoveel mensen die zich op het creatieve beroepen. Hij stelde voor om op de bookingspagina enkele veelgestelde vragen te plaatsen, waarin onder andere uitgelegd staat dat je me niet gratis kan boeken. ‘Dat hebben wij ook gedaan’ zegt hij. ‘En plaats een tekst op je site waarin je dit gevoel vertelt met als titel ‘Dichters houden van gratis optredens’, dat gaat geweldige hits opleveren op Google.’

 

14 november 2014

Geen reactie's

Geef een reactie