Gedichtenreeks: Drang

Gedichtenreeks: Drang

Door Kevin Amse

Drang – geïnspireerd door Hugo Claus

1
Hoe je vannacht door de zaal bewoog, ze stelden je voor
als verloren gewaand geloof

en ik die viel voor het juk van je jurk en de afdruk
van je nagels, ik draag ze als tatoeages onder mijn hemd

en hoe nu de ochtend haar vingerkootjes kraakt en de
naam van je ex op de muur doorhaalt.

2
Hoe we de dagen als onze kamerjassen van ons af laten glijden
dit vermetel vrijen, je ranke vingers in mijn mond.

Ik documenteer de huid waarin je ongewild poseert als we
elkaar en de slaap verbijten, hoe je lijf zachtjes schokt,

hoe je wakker wordt. Je ogen gooien ons op
als een muntstuk. Kop, we blijven liggen, steeds weer kop.

3
Hoe je talmt en tobt, de dagen kraken als een bevroren meer.
We zoeken evenwicht om niet onder het oppervlak te hoeven

kijken, het is te makkelijk om in elkaar een winter te zien.
Je sombere glimlach een scheur in het ijs onder onze voeten

hoe aan onszelf ontsnappen, hoe de dood een luier om
en terug in bed?

4
Hoe je ex als een dobbelsteen door onze gedachten rolt.
De dagen vakken op ons spelbord, hoe vallen de ogen

hoeveel keer gooit hij ons in een zwijgen vandaag dat als mist
over onze meubelen glijdt? De kamer een nors en nukkig hoogland

je trekt me als een omheining rond je op, zoekt toch een plek
om overheen te klauteren; wie hoop je daar te treffen?

5
Hoe de nacht als een vod in onze monden, wij met
doorweekte stemmen over vergissing en waarom spreken.

We onze gedachten ontkleden tot we naakt op de grond
we met gekartelde tongen het touw likken dat onze polsen snijdt.

Hoe de hond in onze lijven ons opgooit en bijt
een ultiem verzet tegen elkaar.

6
Hoe de nacht warm en nat als mijn tong tegen je tepels, laat ons
de aftocht afwenden, laat ons nog even tegen elkaar aan

liegen, je vingers over mijn kaaklijn verdoven iedere plek
waar je later niet blijkt.

Hoe ik in de bus mijn hand tegen het raam druk
alsof ik ons met het glas uit mijn gedachten kan duwen.

7
Hoe de dagen zich vullen als het ruim van een zinkend schip
waarin ik nipt mijn hoofd boven water kan houden

het zout nu aan mijn lippen staat en naar de ogen stijgt.
Hoe dit tegen te houden, dit omgekeerd huilen, dit beeld

van jou dat op mijn netvlies drijft, hoe in jou een
lente te zien waarin alles vanzelf terug?

8
Hoe je hand onder je kanten kleed met het etiket speelt
woorden als gieren boven onze hoofden, een zachte wind

schuift de stof rond je been wat naar boven. Je slaat mijn vingers
niet weg, zegt dat we zoals bij de maan zelden de achterkant

van kansen te zien krijgen. Hoe de nacht als een jas over
ons heen valt en je me tegen je aan trekt als een drukknop.

9
Hoe het altijd uitkomt, het als een kuiken door de schaal tikt
jij en ik en de ander die met dwingende handen ons plafond doorbuigt.

We strekken de stilte als pilaren om het huis overeind
om de achterover hellende dagen op te vangen als elkaar

in een vertrouwensoefening. Wie valt als eerste, wie spreidt
de vingers als een gespannen laken en incasseert de klap?

10
Hoe je vingers nu over mijn borstkas, je vraagt me waar het pijn doet.
Even twijfel ik als je over de hartstreek, de kamer met een kogel geladen.

Wanneer je slaapt ga ik uit bed en span de uren op
tot ze als het vel van een trommel over de nacht zijn getrokken.

Hoe ontmantel je wat geen grip toelaat, hoe vouw je gedachten
dicht als handdoeken die niet in de kast passen?

11
Hoe we de dagen voor ons uit duwen, ze als winkelkarren
met vooruitzichten vullen. We rijden naar zee waar de wind

onze kleren kan opbollen als parachutes om het landen te
verzachten. Eenmaal neergekomen liggen we languit in de duinen

het avondrood als een deken over ons heen geslagen
om ons te bedekken voor een voorbijganger, en hoe

12
hoe hield de nacht ons als een naad bijeen
rolt de ochtend nu als een lapjesbal door onze hoofden.

We gaan naar huis en stapelen de uren in verhuisdozen
er wacht een leven op ons als een hond op een verlaten parkeerterrein.

Hoe het heelal eindigt bij de randen van onze tv
waar de buurvrouw harder krijst dan haar baby.

 

Deze reeks werd in een eerdere versie gepubliceerd in Het Liegend Konijn 2023 – 2.

Geen reactie's

Geef een reactie